hazon yesayahu benamos aser haza alyehuda wirusalaim bime uzziyyahu yotam ahaz yehizqiyyahu malke yehuda:
Het visioen van Jesaja de zoon van Amos dat hij zag over Juda en Jeruzalem in de dagen van Uzzia, Jotam, Achaz en Hizkia, koningen van Juda.
Het visioen van Jesaja, de zoon van Amoz, dat hij gezien heeft over Juda en Jeruzalem, in de dagen van Uzzia, Jotham, Achaz en Hizkia, koningen van Juda.
The vision of Isaiah the son of Amoz, which he saw concerning Judah and Jerusalem in the days of Uzziah, Jotham, Ahaz, and Hezekiah, kings of Judah.
Prophétie d`Ésaïe, fils d`Amots, sur Juda et Jérusalem, au temps d`Ozias, de Jotham, d`Achaz, d`Ézéchias, rois de Juda.
Dies ist die Geschichte Jesaja's, des Sohnes des Amoz, welches er sah von Juda und Jerusalem zur Zeit Usias, Jothams, des Ahas und Hiskia, der Könige Juda's.
sim'u samayim weha'azini eres ki yhwh dibber banim giddalti weromameti wehem pas'u bi:
Hoor(t) hemel(en) en geef gehoor aarde want de HERE spreekt/sprak! zonen/kinderen Ik bracht groot en Ik deed opgroeien maar zij kwamen in opstand/overtraden tegen Mij.
Luister, hemel, neem ter ore, aarde! Want de HEERE spreekt: Ik heb kinderen grootgebracht en doen opgroeien, maar zíj zijn tegen Mij in opstand gekomen.
Hear, O heavens, and give ear, O earth: for the LORD hath spoken, I have nourished and brought up children, and they have rebelled against me.
yada sor qonehu wahamor ebus be'alayw yisrael lo yada ammi lo hitbonan:
Een rund kent zijn bezitter en een ezel de kribbe van zijn eigenaar, maar Israël heeft geen kennis, Mijn volk heeft geen inzicht.
hoy goy hote am kebed awon zera mereim banim mashitim azebu et-yhwh niasu etqedos yisrael nazoru ahor:
Wee het zondige volk, volk van zware ongerechtigheid, nageslacht van kwaaddoeners, kinderen die verderf aanrichten!
Zij hebben de HEERE verlaten, de Heilige van Israël verworpen, zij zijn vervreemd, van achter Hem vandaan.
al meh tukku od tosipu sara kol-ros laholi wekol-lebab dawway:
mikkap-regel wead-ros en-bo metom pesa wehabbura umakka teriyya lo-zoru welo hubbasu welo rukkeka bassamem:
arsekem semama arekem serupot es admatkem lenegdekem zarim okelim otah usemama kemahpekat zarim:
wenotera bat-siyyon kesukka bekarem kimluna bemiqsa ke'ir nesura:
lule yhwh seba'ot hotir lanu sarid kim'at kisdom hayinu la'amora daminu:
sim'u debar-yhwh qesine sedom ha'azinu torat elohenu 'am 'amora:
lamma-lli rob-zibhekem yomar yhwh sabati olot elim weheleb meri'im wedam parim ukebasim we'attudim lo' hapasti:
ki tabo'u lera'ot panay mi-biqqes zo't miyyedkem remos haseray:
lo tosipu habi minhat-saw qetoret to'eba hi li hodes wesabbat qero miqra lo-ukal awen wa'asara:
hadesekem umo'adekem san'a napsi hayu alay latorah nil'eti neso:
ubepariskem kappekem alim enay mikkem gam ki-tarbu tepilla enenni some yedekem damim male'u:
rahasu hizzakku
limdu
leku-na
im-tobu
we'im-tema'anu
eka
kaspek
sarayik
laken
we'asiba
we'asiba
siyyon
weseber
ki
ki
wehaya
hoy kol-same leku lammayim wa'aser en-lo kasep leku sibru we'ekolu uleku sibru belo-kesep ubelo mehir yayin wehalab:
Och elke dorstige komt/gaat tot/naar het water en wie niet van hem/heeft geen zilver/geld komt/gaat koopt (koren)en eet en komt/gaat koopt (koren)zonder/voor geen zilver/geld
en zonder/voor geen prijs wijn en melk.
O, alle dorstigen, kom tot de wateren, en u die geen geld hebt, kom, koop en eet, ja, kom, koop zonder geld, zonder prijs, wijn en melk.
lamma tisqelu-kesep belo-lehem wigi'akem belo' lesob'a sim'u samo elay we'iklu-tob wetit'annag baddesen napsekem:
Waarom jullie zullen afwegen zilver/geld vooor geen brood en jullie moeite/product zonder/voor geen (tot) verzadiging?
Hoort horende naar Mij en eet goede [dingen] en/zodat zich zal vergenoegen met het vet(te) jullie ziel/leven/verlangen.
Waarom weegt u geld af voor wat geen brood is, en uw arbeid voor wat niet verzadigen kan? Luister aandachtig naar Mij, eet het goede, en laat uw ziel vreugde scheppen in de overvloed.
hattu 'oznekem uleku 'elay sim'u utehi napsekem we'ekreta lakem berit 'olam hasde dawid hanne'emanim:
Nijgt jullie oor en komt/gaat tot Mij hoort en/opdat zal leven jullie ziel/leven/persoon en ik zal sluiten met jullie verbond van eeuwigheid de gunstbewijzen van/aan David de betrouwbare(n).
hen 'ed le'ummim netattiw nagid umesawweh le'ummim:
Zie getuige aan/voor volken ik gaf/stelde hem leider/vorst en gebieder van volken.
hen goy lo-teda tiqra wegoy lo-yeda-uka eleka yarusu lema'an yhwh eloheka weliqdos yisra'el ki pe'arak:
Zie volk/natie u kende niet u zult roepen en volk/natie zij kenden u niet naar/tot u zij zullen snellen vanwege/omwille van de HERE uw God en van de Heilige van Israël want Hij verheerlijkt/verheerlijke u.
dirsu yhwh behimmaseo qera'uhu bihyoto qarob:
Zoekt de HERE gdurende zijn te worden gevonden roept Hem aan gedurende zijn zijn nabij.
ya'azob rasa darko we'is 'awen mahsebotayw weyasob 'el-yhwh wirahamehu we'el-elohenu ki-yarbeh lisloh:
Laat verlaten goddeloze/boosdoener zijn weg en man van ongerechtigheid zijn gedachten en lat hij zich bekeren tot de HERE en Hij zal zich ontfermen (over) hem tot de HERE en tot onze God want HIJ
vermenigvuldigt/zal vermenigvuldigen te vergeven.
ki lo mah
ki-gabhu samayim me'ares ken gabhu derakay middarkekem umahsebotay mimmahsebotekem:
koh amar yhwh hassamayim kisi wehaares hadom raglah ezeh bayit aser tibnuli weezeh maqom menuhati:
Zo zegt de HERE de hemel (is) mijn troon en de aarde (is) voetbank van mijn voeten van wat voor aard is dat huis dat jullie zullen bouwen voor mij? En waar (is) de plaats van mijn rust?
Zo zegt de HEERE: De hemel is Mijn troon en de aarde de voetbank van Mijn voeten. Waar zou dan het huis zijn dat u voor Mij zou willen bouwen en waar de plaats van Mijn rust?
we'et-kol-elleh asata wayyihyu kol-elleh neum-yhwh we'el-zeh abbit el-ani unekeh-ruh wehared al-debari:
En/want dit alles mijn hand maakte en zij zijn/bestaan al deze [dingen] uitspraak van/spreekt de HERE en/maar naar deze zal Ik kijken naar de arme/nederige/ellendige en geslagene van geest en bevende
voor mijn Woord.
Want Mijn hand heeft al die dingen gemaakt, en daardoor bestaan al die dingen, spreekt de HEERE. Maar Ik zal zien op deze, op de ellendige en verslagene van geest, en wie voor Mijn woord beeft.
sohet hassor makkeh-'is zobe'h hasseh orep keleb ma'aleh minha dam-hazir mazkir lebona menbarak 'awen gam-hemma baharu bedarkehem ubesiqqusehem napsam hhapesa:
Wie een rund slacht, slaat een man neer, wie een lam offert, breekt een hond de nek, wie een graanoffer offert, offert varkensbloed, wie wierook brandt als gedenkoffer, looft daarmee een afgod.
Zoals zíj ook hun eigen wegen gekozen hebben en hun ziel vreugde vindt in hun afschuwelijke afgoden,
gam-ani ebhar beta'alulehem umegurotam abi lahem ya'an qara'ti we'en oneh dibbarti welo same'u wayya'asu hara be'enay uba'aser lo-hapasti baharu:
Ook ik, ik zal kiezen
zo zal Ík het loon voor hun handelingen kiezen en zal Ik over hen doen komen wat zij vrezen, omdat Ik riep, maar niemand antwoord gaf, Ik sprak, maar zij niet luisterden.
Zij deden wat slecht is in Mijn ogen en zij kozen wat Mij niet behaagt.
sim'u debar-yhwh haharedim el-debaro ameru ahekem son'ekem menaddekem lema'an semi yikbad yhwh wenir'eh besimhatkem wehem yebosu:
Hoor het woord van de HEERE, u die beeft voor Zijn woord: Uw broeders die u haten, die u verstoten vanwege Mijn Naam, zeggen: Laat de HEERE verheerlijkt worden!
Maar Hij zal verschijnen tot uw blijdschap, zíj daarentegen zullen beschaamd worden.
qol sa'on me'ir qol mehekol qol yhwh mesallem gemul le'oyebayw:
Een geluid van een gejoel uit de stad, een geluid uit de tempel, de stem van de HEERE! Hij vergeldt Zijn vijanden naar wat zij verdienen.
beterem tahil yalada beterem yabo hebel lah wehimlita zakar:
Voordat zij weeën kreeg, heeft zij gebaard. Nog voor een wee over haar kwam, heeft zij een jongetje ter wereld gebracht.
mi-sama kazo't mi ra'a ka'elleh hayuhal eres beyom ehad im-yiwwaled goy pa'am ehat ki-hala gam-yaleda siyyon et-baneha:
Wie heeft ooit zoiets gehoord? Wie heeft iets dergelijks gezien? Zou een land geboren kunnen worden op één dag? Zou een volk geboren kunnen worden in één keer? Maar Sion heeft nauwelijks weeën gekregen,
ha'ani asbir welo olid yomar yhwh im-ani hammolid we'asarti amar elohayik:
Zou Ík ontsluiting geven en niet doen baren? zegt de HEERE. Of zou Ik, Die doe baren, toesluiten? zegt uw God.
simhu et-yerusalaim wegilu
lema'an
ki-koh
ke'is
ure'item
ki-hinneh
ki
hammitqaddesim
we'anoki
wesamti
wehebi'u
wegam-mehem
ki
wehaya midde-hodes
weyas'u wera'u bepigre ha'anasim happos'im bi ki tola'tam lo tamut we'issam lo tikbeh wehayu dera'on lekol-basar: