Judas



  1. Ioudas, Iēsou Christou doulos, adelphos de Iakobou, tois en theōi patri ēgapēmenois kai Iēsou Christōi teterēmenois klētois:
    Judas, van Jezus Christus (een) dienstknecht, (een) broer en van Jacobus, aan de in God (de) Vader geheiligden [geliefden] en (in) /voor Jezus Christus bewaarde geroepenen;
    Judas, een dienstknecht van Jezus Christus en broer van Jakobus, aan de geroepenen, die door God de Vader zijn geheiligd en die door Jezus Christus worden bewaard:
    Jude, the servant of Jesus Christ, and brother of James, to them that are sanctified by God the Father, and preserved in Jesus Christ, and called:
    Jude, esclave de Jésus-Christ et frère de Jacques, à ceux qui ont été appelés, qui sont aimés en Dieu le Père, et gardés pour Jésus-Christ:
    Judas, ein Knecht Jesu Christi, ein Bruder aber des Jakobus, den Berufenen, die da geheiligt sind in Gott, dem Vater, und bewahrt in Jesu Christo:
    Judas Jesu Christi servus, frater autem Jacobi, his qui sunt in Deo Patre dilectis, et Christo Jesu conservatis, et vocatis.
    Judas, van Jezus Christus een dienstknecht, en broer van Jakobus, aan de geroepenen, in God de Vader geliefd en voor Jezus Christus bewaard:

  2. eleos humin kai eirēnē kai agapē plēthunthein.
    barmhartiheid aan u en vrede en liefde moge vermenigvuldigd worden.
    mogen barmhartigheid en vrede en liefde voor u vermeerderd worden.
    mercy unto you, and peace, and love, be multiplied.
    que la miséricorde, la paix et la charité vous soient multipliées!
    Gott gebe euch viel Barmherzigkeit und Frieden und Liebe!
    Misericordia vobis, et pax, et caritas adimpleatur.
    ontferming voor u en vrede, en liefde vermenigvuldigd!

  3. agapētoi, pasan spoudēn poioumenos graphein humin peri tēs koinēs hēmon sōtērias, anagkēn eschon grapsai humin, parakalōn epagōnizesthai tēi hapax paradotheisēi toi hagios pistei.
    Geliefden, alle ijver makend (te) schrijven u over de gemeenschappelijke [van ons] redding, noodzaak had ik (te) schrijven u, aansporend (te) strijden voor het eenmaal overgeleverde aan de heiligen geloof.
    Geliefden, toen ik mij er met alle inzet toe zette u te schrijven over de gemeenschappelijke zaligheid, werd ik genoodzaakt u te schrijven met de aansporing om te strijden voor het geloof dat eenmaal aan de heiligen overgeleverd is.
    Beloved, when I gave all diligence to write unto you of the common salvation, it was needful for me to write unto you, and exhort you that ye should earnestly contend for the faith which was once delivered unto the saints.
    Bien-aimés, comme je désirais vivement vous écrire au sujet de notre salut commun, je me suis senti obligé de le faire afin de vous exhorter à combattre pour la foi qui a été transmise aux saints une fois pour toutes.
    Ihr Lieben, nachdem ich vorhatte, euch zu schreiben von unser aller Heil, hielt ich's für nötig, euch mit Schriften zu ermahnen, daß ihr für den Glauben kämpfet, der einmal den Heiligen übergeben ist.
    Carissimi, omnem sollicitudinem faciens scribendi vobis de communi vestra salute, necesse habui scribere vobis: deprecans supercertari semel traditæ sanctis fidei.
    Geliefden, terwijl ik met alle inzet bezig ben u te schrijven over onze gemeenschappelijke redding, ben ik genoodzaakt u te schrijven en u op te roepen om te strijden voor het geloof dat eenmaal is overgegeven aan de heiligen.

  4. pareisedusan gar tines anthrōpoi, hoi palai progegrammenoi eis touto to krima, asebeis, tēn tou theou hēmōn charita metatithentes eis aselgeian kai ton monon despotēn kai kurion hēmōn Iēsoun Christon arnoumenoi.
    Want er zijn enkele mensen binnengeslopen, die lang tevoren voor dit oordeel opgeschreven zijn, goddelozen, die de genade van onze God omzetten in bandeloosheid en onze enige meester en Heer, Jezus Christus, verloochenen.
    Want er zijn sommige mensen binnengeslopen, die tot dit oordeel al lang tevoren opgeschreven zijn, goddelozen, die de genade van onze God veranderen in losbandigheid, en die de enige Heerser, God en onze Heere Jezus Christus, verloochenen.
    For there are certain men crept in unawares, who were before of old ordained to this condemnation, ungodly men, turning the grace of our God into lasciviousness, and denying the only Lord God, and our Lord Jesus Christ.
    Car il s'est glissé parmi vous certains hommes, dont la condamnation est écrite depuis longtemps, des impies, qui changent la grâce de notre Dieu en dissolution, et qui renient Dieu le seul Souverain et notre Seigneur Jésus-Christ.
    Denn es sind etliche Menschen nebeneingeschlichen, von denen vorzeiten geschrieben ist solches Urteil: Die sind Gottlose, ziehen die Gnade unsers Gottes auf Mutwillen und verleugnen Gott und unsern HERRN Jesus Christus, den einigen Herrscher.
    Subintroierunt enim quidam homines (qui olim præscripti sunt in hoc judicium) impii, Dei nostri gratiam transferentes in luxuriam, et solum Dominatorem, et Dominum nostrum Jesum Christum negantes.
    Want er zijn enkele mensen binnengeslopen, die lang tevoren voor dit oordeel opgeschreven zijn, goddelozen, die de genade van onze God omzetten in bandeloosheid en onze enige meester en Heer, Jezus Christus, verloochenen.

  5. hupomnēsai de humas boulomai, eidotas hapax panta, hoti Iēsous laon ek gēs Aiguptou sōsas, to deuteron tous mē pisteusantes apōlesen.
    Maar ik wil u eraan herinneren, al weet u dit alles al, dat de Heer eenmaal een gemeente uit Egypte heeft gered, maar een vervolgens hen die niet geloofden verloren heeft laten gaan.
    Maar ik wil u eraan herinneren, u weet dit eens en voorgoed, dat de Heere, nadat Hij het volk uit het land Egypte verlost had, vervolgens hen die niet geloofden, te gronde heeft gericht.
    I will therefore put you in remembrance, though ye once knew this, how that the Lord, having saved the people out of the land of Egypt, afterward destroyed them that believed not.
    Je veux vous rappeler, à vous qui savez fort bien toutes ces choses, que le Seigneur, après avoir sauvé le peuple et l'avoir tiré du pays d'Egypte, fit ensuite périr les incrédules;
    Ich will euch aber erinnern, die ihr dies ja schon wisset, daß der HERR, da er dem Volk aus Ägypten half, das andere Mal umbrachte, die da nicht glaubten.
    Commonere autem vos volo, scientes semel omnia, quoniam Jesus populum de terra Ægypti salvans, secundo eos, qui non crediderunt, perdidit:
    Maar ik wil u eraan herinneren, al weet ge dit alles al, dat de Heer eenmaal een gemeente uit Egypte heeft gered, maar vervolgens hen die niet geloofden verloren heeft laten gaan.

  6. aggelous te tous mē tēresantas tēn heautōn archēn, alla apolipontas to idion oikētērion, eis krisin megalēs hēmeras desmois aïdiois hupo zophon tetērēken;
    En engelen die hun begin niet hebben bewaard maar de hun eigen behuizing verlieten, heeft hij bewaard voor het oordeel van een grote dag, met altijddurende banden onder donkerheid.
    En de engelen die hun oorspronkelijke staat niet hebben bewaard, maar hun eigen woonplaats verlaten hebben, heeft Hij voor het oordeel van de grote dag met eeuwige boeien in de duisternis in verzekerde bewaring gesteld.
    And the angels which kept not their first estate, but left their own habitation, he hath reserved in everlasting chains under darkness unto the judgment of the great day.
    qu`il a réservé pour le jugement du grand jour, enchaînés éternellement par les ténèbres, les anges qui n`ont pas gardé leur dignité, mais qui ont abandonné leur propre demeure;
    Auch die Engel, die ihr Fürstentum nicht bewahrten, sondern verließen ihre Behausung, hat er behalten zum Gericht des großen Tages mit ewigen Banden in der Finsternis.
    angelos vero, qui non servaverunt suum principatum, sed dereliquerunt suum domicilium, in judicium magni diei, vinculis æternis sub caligine reservavit.
    En engelen die hun begin niet hebben bewaard maar de eigen behuizing verlieten, heeft hij bewaard voor het oordeel van een grote dag, met altijddurende banden onder donkerheid.

  7. hōs Sodoma kai Gomorra, kai hai peri autas poleis, ton homoion tropon toutois ekporneusāsai kai apelthousai opisō sarkos heteras, prokeintai deigma puros aioniou dikēn hupechousai.
    zoals Sodom en Gomorra en de steden om hen heen, die op gelijke wijze als zij hebben gehoereerd en achter ander vlees zijn aangegaan, er nu bij liggen als als een teken, en het vonnis ondergaan van eeuwig vuur.
    Evenzo is het met Sodom en Gomorra, en de steden eromheen, die op dezelfde wijze als zij hoererij bedreven hebben en ander vlees achterna zijn gegaan. Zij liggen daar als een waarschuwend voorbeeld, doordat zij de straf van het eeuwige vuur ondergaan.
    Even as Sodom and Gomorrha, and the cities about them in like manner, giving themselves over to fornication, and going after strange flesh, are set forth for an example, suffering the vengeance of eternal fire.
    que Sodome et Gomorrhe et les villes voisines, qui se livrèrent comme eux à l`impudicité et à des vices contre nature, sont données en exemple, subissant la peine d`un feu éternel.
    Wie auch Sodom und Gomorra und die umliegenden Städte, die gleicherweise wie diese Unzucht getrieben haben und nach einem andern Fleisch gegangen sind, zum Beispiel gesetzt sind und leiden des ewigen Feuers Pein.
    Sicut Sodoma, et Gomorrha, et finitimæ civitates simili modo exfornicatæ, et abeuntes post carnem alteram, factæ sunt exemplum, ignis æterni pœnam sustinentes.
    Zoals Sodom en Gomorra en de steden om hen heen, die op gelijke wijze als zij hebben gehoereerd en achter ander vlees zijn aangegaan, er nu bij liggen als een teken, en het vonnis ondergaan van eeuwig vuur.

  8. homoiōs mentoi kai houtoi enupniazomenoi sarka men miainousin kuriotēta de athetousin, doxas de blasphēmousin.
    Zo echter ook deze slaapwandelaars: zij bevlekken vlees-en-bloed, stellen terzijde dat er een Heer is en lasteren heerlijkheden;
    Niettemin bezoedelen deze dromers ook nu op dezelfde wijze hun lichaam en zij verwerpen het gezag en lasteren al wat eer toekomt.
    Likewise also these filthy dreamers defile the flesh, despise dominion, and speak evil of dignities.
    Malgré cela, ces hommes aussi, entraînés par leurs rêveries, souillent pareillement leur chair, méprisent l`autorité et injurient les gloires.
    Desgleichen sind auch diese Träumer, die das Fleisch beflecken, die Herrschaft aber verachten und die Majestäten lästern.
    Similiter et hi carnem quidem maculant, dominationem autem spernunt, majestatem autem blasphemant.
    Zo echter ook deze slaapwandelaars: zij bevlekken vlees-en-bloed, stellen terzijde dat er een Heer is en lasteren heerlijkheden;

  9. ho de Michaēl ho archaggelos hote tōi diabolōi diakrinomenos dielegeto peri tou Mōseōs sōmatos, ouk etolmēsen krisin epenegkein blasphēmias, alla eipen, epitimēsai soi kurios.
    Toen de aartsengel Michaël, in een twist met de duivel onderhandelde over het lichaam van Mozes, durfde hij geen lasterlijk oordeel in te brengen; nee, hij zei: `moge de Heer je straffen';
    Michaël, de aartsengel, echter durfde, toen hij met de duivel redetwistte en een woordenwisseling had over het lichaam van Mozes, geen oordeel van lastering tegen hem uit te brengen, maar zei: Moge de Heere u bestraffen!
    Yet Michael the archangel, when contending with the devil he disputed about the body of Moses, durst not bring against him a railing accusation, but said, The Lord rebuke thee.
    Or, l`archange Michel, lorsqu`il contestait avec le diable et lui disputait le corps de Moïse, n`osa pas porter contre lui un jugement injurieux, mais il dit: Que le Seigneur te réprime!
    Michael aber, der Erzengel, da er mit dem Teufel stritt und mit ihm redete über den Leichnam Mose's, wagte er das Urteil der Lästerung nicht zu fällen, sondern sprach: Der HERR strafe dich!
    Cum Michaël Archangelus cum diabolo disputans altercaretur de Moysi corpore, non est ausus judicium inferre blasphemiæ: sed dixit: Imperet tibi Dominus.
    toen de aartsengel Michaël in een twist met de uiteenwerper onderhandelde over het lichaam van Mozes, durfde hij geen lasterlijk oordeel in te brengen; nee, hij zei: ‘moge de Heer je straffen’;

  10. houtoi de hosa men ouk oidāsin blasphēmousin; hosa de phusikōs, hōs ta aloga zōia, epistantai, en toutois phtheirontai.
    maar zij lasteren alles wat zij niet kennen', en al wat zij, zoals de redeloze dieren, van nature weten, daarin vinden ze hun verderf.
    Maar deze mensen lasteren alles waarvan zij geen kennis hebben en met de dingen die zij, net als de redeloze dieren, van nature wel begrijpen, richten zij zichzelf te gronde.
    But these speak evil of those things which they know not: but what they know naturally, as brute beasts, in those things they corrupt themselves.
    Eux, au contraire, ils parlent d`une manière injurieuse de ce qu`ils ignorent, et ils se corrompent dans ce qu`ils savent naturellement comme les brutes.
    Diese aber lästern alles, davon sie nichts wissen; was sie aber natürlich erkennen wie die unvernünftigen Tiere, darin verderben sie.
    Hi autem quæcumque quidem ignorant, blasphemant: quæcumque autem naturaliter, tamquam muta animalia, norunt, in his corrumpuntur.
    maar zij lasteren alles wat zij niet kennen, en al wat zij, zoals de redeloze dieren, van nature weten, daarin vinden ze hun verderf.

  11. ouai autois, hoti tēi hodōi tou Kaïn eporeuthēsan, kai tēi planēi tou Balām misthou exechuthēsan, kai tēi antilogiāi tou Kore apōlonto.
    Wee hun!, omdat zij de weg van Kaïn opgegaan zijn, en om gewin zich storten in de dwaling van Bileam en in de tegenspraak van Korach ten onder gaan!
    Wee hun, want zij zijn de weg van Kaïn ingeslagen en hebben zich om loon in de dwaling van Bileam gestort en zijn door het tegenspreken als van Korach omgekomen.
    Woe unto them! for they have gone in the way of Cain, and ran greedily after the error of Balaam for reward, and perished in the gainsaying of Core.
    Malheur à eux! car ils ont suivi la voie de Caïn, ils se sont jetés pour un salaire dans l`égarement de Balaam, ils se sont perdus par la révolte de Coré.
    Weh ihnen! denn sie gehen den Weg Kains und fallen in den Irrtum des Bileam um Gewinnes willen und kommen um in dem Aufruhr Korahs.
    Væ illis, quia in via Cain abierunt, et errore Balaam mercede effusi sunt, et in contradictione Core perierunt!
    Wee hun!, omdat zij de weg van Kaïn opgegaan zijn, en om gewin zich storten in de dwaling van Bileam, en in de tegenspraak van Korach ten onder gaan!

  12. houtoi eisin hoi en tais agapais humōn spilades suneuōchoumenoi aphobōs, heautous poimainontes; nephelai anudroi hupo anemōn parapheromenai, dendra phthinopōrina akarpa dis apothanonta, ekrizōthenta,
    Zíj zijn de schandvlekken op uw liefdemalen waar zij onbevreesd meefeesten, zichzelf vetmesten, als waterloze wolken door windvlagen voorbijgejaagd, vruchteloze bomen in de herfst, dubbel gestorven ontworteld,
    Deze mensen zijn schandvlekken bij uw liefdemaaltijden. Als zij met u de maaltijd gebruiken, doen zij zichzelf onbeschroomd te goed. Zij zijn wolken zonder water, die door de winden heen en weer gedreven worden. Zij zijn als bomen in de late herfst, zonder vrucht, tweemaal gestorven en ontworteld.
    These are spots in your feasts of charity, when they feast with you, feeding themselves without fear: clouds they are without water, carried about of winds; trees whose fruit withereth, without fruit, twice dead, plucked up by the roots;
    Ce sont des écueils dans vos agapes, faisant impudemment bonne chère, se repaissant eux-mêmes. Ce sont des nuées sans eau, poussées par les vents; des arbres d`automne sans fruits, deux fois morts, déracinés;
    Diese Unfläter prassen bei euren Liebesmahlen ohne Scheu, weiden sich selbst; sie sind Wolken ohne Wasser, von dem Winde umgetrieben, kahle, unfruchtbare Bäume, zweimal erstorben und ausgewurzelt,
    Hi sunt in epulis suis maculæ, convivantes sine timore, semetipsos pascentes, nubes sine aqua, quæ a ventis circumferentur, arbores autumnales, infructuosæ, bis mortuæ, eradicatæ,
    Zíj zijn de schandvlekken op uw liefdemalen waar zij onbevreesd meefeesten, zichzelf vetmesten, als waterloze wolken door windvlagen voorbijgejaagd, vruchteloze bomen in de herfst, dubbel gestorven, ontworteld,

  13. kumata agria thalassēs epaphrizonta tas hēauton aischunas, asteres planētai hois ho zophos tou skotous eis aiōna tetērētai.
    woeste golven van een zee die hun eigen schandes laten schuimen, dwalende sterren, voor wie het donker van het duister voor een eeuwigheid wordt bewaard.
    Zij zijn wilde golven van de zee, die hun eigen schanddaden opschuimen, dwaalsterren, voor wie de diepste duisternis tot in eeuwigheid bewaard wordt.
    Raging waves of the sea, foaming out their own shame; wandering stars, to whom is reserved the blackness of darkness for ever.
    des vagues furieuses de la mer, rejetant l`écume de leurs impuretés; des astres errants, auxquels l`obscurité des ténèbres est réservée pour l`éternité.
    wilde Wellen des Meeres, die ihre eigene Schande ausschäumen, irre Sterne, welchen behalten ist das Dunkel der Finsternis in Ewigkeit.
    fluctus feri maris, despumantes suas confusiones, sidera errantia: quibus procella tenebrarum servata est in æternum.
    woeste golven van een zee die hun eigen schandes laten schuimen, dwalende sterren, voor wie het donker van het duister voor een eeuwigheid wordt bewaard.

  14. Proephēteusen de kai toútois hebdomos apo Adam Enōch legōn, Idoù ēlthen kúrios èn hagiais muriásin aùtou,
    Over hen ook heeft Henoch geprofeteerd, de zevende vanaf Adam; hij heeft gezegd: zie, gekomen is de Heer met zijn heilige tienduizenden,
    Ook over hen heeft Henoch, de zevende vanaf Adam, geprofeteerd, toen hij zei: Zie, de Heere is gekomen met Zijn tienduizenden heiligen,
    And Enoch also, the seventh from Adam, prophesied of these, saying, Behold, the Lord cometh with ten thousands of his saints,
    C`est aussi pour eux qu`Énoch, le septième depuis Adam, a prophétisé en ces termes: Voici, le Seigneur est venu avec ses saintes myriades,
    Es hat aber auch von solchen geweissagt Henoch, der siebente von Adam, und gesprochen: "Siehe, der HERR kommt mit vielen tausend Heiligen
    Prophetavit autem et de his septimus ab Adam Enoch, dicens: Ecce venit Dominus in sanctis millibus suis.
    Over hen ook heeft Henoch geprofeteerd, de zevende vanaf Adam; hij heeft gezegd: ‘Zie, gekomen is de Heer met zijn heilige tienduizenden,

  15. poiēsai krisin katà pántōn kai elegxia pantas tous asebeis peri pantōn tōn ergōn asebeias autōn hōn ēsebēsan kai peri pantōn tōn sklērōn hōn elalēsan kat' autou hamartōloi asebeis.
    om gericht te houden over allen en alle goddelozen te bestraffen voor al hun werken vol goddeloosheid waarmee zij goddeloos geweest zijn en voor alle verhardingen waarin goddeloze zondaars tegen Hem hebben gesproken.
    om over allen het oordeel te vellen en alle goddelozen onder hen terecht te wijzen voor al hun goddeloze daden, die zij op goddeloze wijze bedreven hebben, en voor al de harde woorden die zij, goddeloze zondaars, tegen Hem gesproken hebben.
    To execute judgment upon all, and to convince all that are ungodly among them of all their ungodly deeds which they have ungodly committed, and of all their hard speeches which ungodly sinners have spoken against him.
    pour exercer un jugement contre tous, et pour faire rendre compte à tous les impies parmi eux de tous les actes d`impiété qu`ils ont commis et de toutes les paroles injurieuses qu`ont proférées contre lui des pécheurs impies.
    Gericht zu halten über alle und zu strafen alle Gottlosen um alle Werke ihres gottlosen Wandels, womit sie gottlos gewesen sind, und um all das Harte, das die gottlosen Sünder wider ihn geredet haben
    facere judicium contra omnes, et arguere omnes impios de omnibus operibus impietatis eorum, quibus impie egerunt, et de omnibus duris, quæ locuti sunt contra Deum peccatores impii.
    om gericht te houden over allen en alle goddelozen te bestraffen voor al hun werken vol goddeloosheid waarmee zij goddeloos geweest zijn, en voor alle verhardingen waarin goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben.’ (Henoch 1,9)

  16. houtoi eisin goggustai, mempsimoiroi, kata tas epithumias autōn poreuomenoi; kai to stoma autōn lalei huperogka, thaumazontes prosōpa ōpheleias charin.
    zij zijn het die morren en mokken over hun lot; zij gaan hun gang naar hun begeerten, en hun mond is vol opgeblazen praat als zij aanschijnen bewonderen om wille van enig voordeel.
    Zij zijn het die morren, die klagen over hun lot, die naar hun eigen begeerten wandelen. Hun mond spreekt hoogdravende woorden, terwijl zij mensen naar de ogen zien ter wille van voordeel.
    These are murmurers, complainers, walking after their own lusts; and their mouth speaketh great swelling words, having men's persons in admiration because of advantage.
    Ce sont des gens qui murmurent, qui se plaignent de leur sort, qui marchent selon leurs convoitises, qui ont à la bouche des paroles hautaines, qui admirent les personnes par motif d`intérêt.
    Diese murren und klagen immerdar und wandeln dabei nach ihren Lüsten; und ihr Mund redet stolze Worte, und achten das Ansehen der Person um Nutzens willen.
    Hi sunt murmuratores querulosi, secundum desideria sua ambulantes, et os eorum loquitur superba, mirantes personas quæstus causa.
    Zij zijn het die morren en mokken over hun lot; zij gaan hun gang naar hun begeerten, en hun mond is vol opgeblazen praat als zij aanschijnen bewonderen omwille van enig voordeel.

  17. humeis de, agapētoi, mnēsthēte tōn rhēmatōn tōn proeirēmenōn hupo tōn apostolōn tou kuriou hēmōn Iēsou Christou,
    maar gij, geliefden: herinnert u de woorden die voorheeen zijn gesproken door de apostelen van onze Heer, Jezus Christus,
    Maar u, geliefden, herinnert u zich de woorden die voorzegd zijn door de apostelen van onze Heere Jezus Christus,
    But, beloved, remember ye the words which were spoken before of the apostles of our Lord Jesus Christ;
    Mais vous, bien-aimés, souvenez-vous des choses annoncées d`avance par les apôtres de notre Seigneur Jésus Christ.
    Ihr aber, meine Lieben, erinnert euch der Worte, die zuvor gesagt sind von den Aposteln unsers HERRN Jesu Christi,
    Vos autem carissimi, memores estote verborum, quæ prædicta sunt ab apostolis Domini nostri Jesu Christi,
    Maar gíj, geliefden: herinnert u de woorden die voorheen zijn gesproken door de apostelen van onze Heer, Jezus Christus,

  18. hoti elegon humin hoti en eschatoi chronoi esontai empaikta, kata tas heautōn epithumias poreuomenoi tōn asebeiōn.
    Dat ze u hebben gezegd: op het laatst van de tijd zullen er spotters zijn die hun eigen begeerten volgend hun gang gaan in hun goddeloosheden.
    Dat zij u gezegd hebben dat er in de laatste tijd spotters zullen zijn, die naar hun eigen goddeloze begeerten wandelen.
    How that they told you there should be mockers in the last time, who should walk after their own ungodly lusts.
    Ils vous disaient qu`au dernier temps il y aurait des moqueurs, marchant selon leurs convoitises impies;
    da sie euch sagten, daß zu der letzten Zeit werden Spötter sein, die nach ihren eigenen Lüsten des gottlosen Wesens wandeln.
    qui dicebant vobis, quoniam in novissimo tempore venient illusores, secundum desideria sua ambulantes in impietatibus.
    dat ze u hebben gezegd: op het laatst van de tijd zullen er spotters zijn die hun eigen begeerten volgend hun gang gaan in hun goddeloosheden.

  19. houtoi eisin hoi apodiorizontes, psuchikoi, pneuma mē echontes.
    Zij zijn het die scheuringen maken, al te natuurlijk, Geestesadem hebben zij niet.
    Zij zijn het die scheuringen veroorzaken, natuurlijke mensen, die de Geest niet hebben.
    These be they who separate themselves, sensual, having not the Spirit.
    ce sont ceux qui provoquent des divisions, hommes sensuels, n`ayant pas l`esprit.
    Diese sind es, die da Trennungen machen, Fleischliche, die da keinen Geist haben.
    Hi sunt, qui segregant semetipsos, animales, Spiritum non habentes.
    Zij zijn het die scheuringen maken, al te natuurlijk, geestesadem hebben ze niet.

  20. humeis de, agapētoi, epoikodomountes heautous tēi hagiōtatēi humōn pistei, en pneumati hagiōi proseuchomenoi,
    Maar gij, geliefden: bouwt uzelf op in de heiligheid van uw geloof, met heilige Geestesadem biddend;
    Maar u, geliefden, bouwt u uzelf op in uw allerheiligst geloof en bid in de Heilige Geest,
    But ye, beloved, building up yourselves on your most holy faith, praying in the Holy Ghost,
    Pour vous, bien-aimés, vous édifiant vous-mêmes sur votre très sainte foi, et priant par le Saint Esprit,
    Ihr aber, meine Lieben, erbauet euch auf euren allerheiligsten Glauben durch den heiligen Geist und bete,
    Vos autem carissimi superædificantes vosmetipsos sanctissimæ vestræ fidei, in Spiritu Sancto orantes,
    Maar gíj, geliefden: bouwt uzelf op in de heiligheid van uw geloof, met heilige geestesadem biddend;

  21. heautous en agapēi theou tērēsate, prosdechomenoi to eleos tou kuriou hēmōn Iēsou Christou, eis zōēn aiōnion.
    bewaart uzelf in Gods liefde, verwachtend de ontferming van onze Heer, Jezus Christus, tot eeuwig leven.
    bewaar uzelf in de liefde van God en verwacht de barmhartigheid van onze Heere Jezus Christus, tot het eeuwige leven.
    Keep yourselves in the love of God, looking for the mercy of our Lord Jesus Christ unto eternal life.
    maintenez-vous dans l`amour de Dieu, en attendant la miséricorde de notre Seigneur Jésus Christ pour la vie éternelle.
    und erhaltet euch in der Liebe Gottes, und wartet auf die Barmherzigkeit unsers HERRN Jesu Christi zum ewigen Leben.
    vosmetipsos in dilectione Dei servate, exspectantes misericordiam Domini nostri Jesu Christi in vitam æternam.
    bewaart uzelf in Gods liefde, verwachtend de ontferming van onze Heer, Jezus Christus, tot eeuwig leven.

  22. kai hous men eleate diakrinōmenous.
    Ontfermt u over wie twijfelen;
    En ontferm u over sommigen, en ga daarbij met onderscheid te werk.
    And of some have compassion, making a difference:
    Reprenez les uns, ceux qui contestent;
    Und haltet diesen Unterschied, daß ihr euch etlicher erbarmet;
    Et hos quidem arguite judicatos:
    Ontfermt u over wie twijfelen;

  23. hous de sōizete ek puros harpazontes, hous de heleāte hen phobōi, misountes kai ton apo tēs sarkos espilōmenon chitōna.
    redt hen, rukt ze uit het vuur; maar ontfermt u over anderen in vrees, en háát het kleed dat door het vlees is bevlekt.
    Red anderen echter met vrees, en ruk hen uit het vuur. U moet ook haten het onderkleed dat door het vlees bevlekt is.
    And others save with fear, pulling them out of the fire; hating even the garment spotted by the flesh.
    sauvez-en d`autres en les arrachant du feu; et pour d`autres encore, ayez une pitié mêlée de crainte, haïssant jusqu`à la tunique souillée par la chair.
    etliche aber mit Furcht selig machet und rücket sie aus dem Feuer; und hasset auch den Rock, der vom Fleische befleckt ist.
    illos vero salvate, de igne rapientes. Aliis autem miseremini in timore: odientes et eam, quæ carnalis est, maculatam tunicam.
    redt hen, rukt ze uit het vuur; maar ontfermt u over anderen in vrees, en háát het kleed dat door het vlees bevlekt is.

  24. tōi de dunamenōi phulaxai humas aptaistous kai stēsai katenōpion tēs doxēs autou amōmous en agalliasei,
    Maar aan hem die bij machte is u voor struikelen te behoeden en u onberispelijk te doen staan voor het aanschijn van zijn glorie, in jubel,
    Aan Hem nu Die bij machte is u voor struikelen te bewaren, en u smetteloos te stellen voor Zijn heerlijkheid, in grote vreugde,
    Now unto him that is able to keep you from falling, and to present you faultless before the presence of his glory with exceeding joy,
    Or, à celui qui peut vous préserver de toute chute et vous faire paraître devant sa gloire irrépréhensibles et dans l`allégresse,
    Dem aber, der euch kann behüten ohne Fehl und stellen vor das Angesicht seiner Herrlichkeit unsträflich mit Freuden,
    Ei autem qui potens est vos conservare sine peccato et constituere ante conspectum gloriæ suæ immaculatos in exsultatione in adventu Domini nostri Jesu Christi,
    Maar aan hem die bij machte is u voor struikelen te behoeden en u onberispelijk te doen staan voor het aanschijn van zijn glorie, in jubel,

  25. monōi theōi sōtēri hēmōn dia Iēsou Christou tou kuriou hēmōn doxa megalōsúnē, kratos kai exousia pro pantos tou aiōnos kai nun kai eis pantas tous aiōnas. ameen.
    aan hem die alleen God is, onze redder door Jezus Christus, onze Heer. zij glorie, majesteit kracht en macht, vóór alle eeuwigheid én nu én tot in alle eeuwen. Amen.
    de alleenwijze God, onze Zaligmaker, zij heerlijkheid en majesteit, kracht en macht, nu en in alle eeuwigheid. Amen.
    To the only wise God our Saviour, be glory and majesty, dominion and power, both now and ever. Amen.
    à Dieu, seul sage et notre Saveur, par Jésus-Christ notre Seigneur, soient gloire, majesté, force et puissance, et maintenant, et dans tous les siècles! Amen!
    dem Gott, der allein weise ist, unserm Heiland, sei Ehre und Majestät und Gewalt und Macht nun und zu aller Ewigkeit! Amen.
    soli Deo Salvatori nostro, per Jesum Christum Dominum nostrum, gloria et magnificentia, imperium et potestas ante omne sæculum, et nunc, et in omnia sæcula sæculorum. Amen.
    aan hem die alleen God is, onze redder door Jezus Christus, onze Heer, zij glorie, majesteit, kracht en macht, vóór alle eeuwigheid én nu én tot in alle eeuwen. Amen.