-
Archê tou euaggeliou Iêsou christou [uiou theou].
Het begin van het Evangelie van Jezus Christus, de Zoon van God.
The beginning of the gospel of Jesus Christ, the Son of God;
Commencement de l`Évangile de Jésus Christ, Fils de Dieu.
Initium Evangelii Jesu Christi, Filii Dei.
Kathôs gegraptai en tô Êsaia tô prophêtê, Idou apostellô ton aggelon mou pro prosôpou sou, os kataskeuasei tên odon sou,
Het is zoals er geschreven staat in de profeten: Zie, Ik zend Mijn engel voor Uw aangezicht, die voor U uit Uw weg gereed zal maken,
As it is written in the prophets, Behold, I send my messenger before thy face, which shall prepare thy way before thee.
Selon ce qui est écrit dans Ésaïe, le prophète: Voici, j`envoie devant toi mon messager, Qui préparera ton chemin;
Sicut scriptum est in Isaia propheta: Ecce ego mitto angelum meum ante faciem tuam, qui præparabit viam tuam ante te.
en: De stem van een die roept in de woestijn: Maak de weg van de Heere gereed, maak Zijn paden recht.
The voice of one crying in the wilderness, Prepare ye the way of the Lord, make his paths straight.
C`est la voix de celui qui crie dans le désert: Préparez le chemin du Seigneur, Aplanissez ses sentiers.
Vox clamantis in deserto: Parate viam Domini, rectas facite semitas ejus.
Johannes kwam in de woestijn en doopte en predikte een doop van bekering tot vergeving van zonden.
John did baptize in the wilderness, and preach the baptism of repentance for the remission of sins.
Jean parut, baptisant dans le désert, et prêchant le baptême de repentance, pour la rémission des péchés.
Fuit Joannes in deserto baptizans, et prædicans baptismum pœnitentiæ in remissionem peccatorum.
En heel het Judese land en de inwoners van Jeruzalem liepen naar hem uit; en zij werden allen door hem gedoopt in de rivier de Jordaan, terwijl zij hun zonden beleden.
And there went out unto him all the land of Judaea, and they of Jerusalem, and were all baptized of him in the river of Jordan, confessing their sins.
Tout le pays de Judée et tous les habitants de Jérusalem se rendaient auprès de lui; et, confessant leurs péchés, ils se faisaient baptiser par lui dans le fleuve du Jourdain.
Et egrediebatur ad eum omnis Judææ regio, et Jerosolymitæ universi, et baptizabantur ab illo in Jordanis flumine, confitentes peccata sua.
En Johannes was gekleed in kameelhaar en had een leren gordel om zijn middel, en hij at sprinkhanen en wilde honing.
And John was clothed with camel's hair, and with a girdle of a skin about his loins; and he did eat locusts and wild honey;
Et erat Joannes vestitus pilis cameli, et zona pellicea circa lumbos ejus, et locustas et mel silvestre edebat.
En hij predikte en zei: Na mij komt Hij Die sterker is dan ik, bij Wie ik het niet waard ben neer te bukken en de riem van Zijn sandalen los te maken.
And preached, saying, There cometh one mightier than I after me, the latchet of whose shoes I am not worthy to stoop down and unloose.
Et prædicabat dicens: Venit fortior post me, cujus non sum dignus procumbens solvere corrigiam calceamentorum ejus.
Ik heb u wel gedoopt met water, maar Hij zal u dopen met de Heilige Geest.
I indeed have baptized you with water: but he shall baptize you with the Holy Ghost.
Ego baptizavi vos aqua, ille vero baptizabit vos Spiritu Sancto.
En het gebeurde in die dagen dat Jezus kwam van Nazareth, in Galilea, en door Johannes werd gedoopt in de Jordaan.
And it came to pass in those days, that Jesus came from Nazareth of Galilee, and was baptized of John in Jordan.
Et factum est: in diebus illis venit Jesus a Nazareth Galilææ: et baptizatus est a Joanne in Jordane.
En meteen toen Hij uit het water opkwam, zag Hij de hemelen scheuren en de Geest als een duif op Zich neerdalen.
And straightway coming up out of the water, he saw the heavens opened, and the Spirit like a dove descending upon him:
Et statim ascendens de aqua, vidit cælos apertos, et Spiritum tamquam columbam descendentem, et manentem in ipso.
En er kwam een stem uit de hemelen: U bent Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb!
And there came a voice from heaven, saying, Thou art my beloved Son, in whom I am well pleased.
En meteen dreef de Geest Hem uit, de woestijn in.
And immediately the Spirit driveth him into the wilderness.
En Hij was daar in de woestijn veertig dagen en werd verzocht door de satan; en Hij was bij de wilde dieren, en de engelen dienden Hem.
And he was there in the wilderness forty days, tempted of Satan; and was with the wild beasts; and the angels ministered unto him.
En nadat Johannes overgeleverd was, ging Jezus naar Galilea en predikte het Evangelie van het Koninkrijk van God,
Now after that John was put in prison, Jesus came into Galilee, preaching the gospel of the kingdom of God,
en Hij zei: De tijd is vervuld en het Koninkrijk van God is nabijgekomen; bekeer u en geloof het Evangelie.
And saying, The time is fulfilled, and the kingdom of God is at hand: repent ye, and believe the gospel.
En toen Hij bij de zee van Galilea wandelde, zag Hij Simon en Andreas, zijn broer, het net in de zee werpen, want zij waren vissers.
Now as he walked by the sea of Galilee, he saw Simon and Andrew his brother casting a net into the sea: for they were fishers.
En Jezus zei tegen hen: Kom achter Mij, en Ik zal maken dat u vissers van mensen wordt.
And Jesus said unto them, Come ye after me, and I will make you to become fishers of men.
En zij lieten meteen hun netten achter en volgden Hem.
And straightway they forsook their nets, and followed him.
En toen Hij vandaar wat verdergegaan was, zag Hij Jakobus, de zoon van Zebedeüs, en Johannes, zijn broer, die in het schip de netten aan het herstellen waren.
And when he had gone a little further thence, he saw James the son of Zebedee, and John his brother, who also were in the ship mending their nets.
En meteen riep Hij hen, en zij lieten hun vader Zebedeüs in het schip achter met de loonarbeiders en gingen weg, Hem achterna.
And straightway he called them: and they left their father Zebedee in the ship with the hired servants, and went after him.
En zij kwamen in Kapernaüm; en op de sabbat ging Hij meteen naar de synagoge en gaf Hij onderwijs.
And they went into Capernaum; and straightway on the sabbath day he entered into the synagogue, and taught.
En ze stonden versteld van Zijn onderricht, want Hij onderwees hen als gezaghebbende en niet zoals de schriftgeleerden.
And they were astonished at his doctrine: for he taught them as one that had authority, and not as the scribes.
Nu was er in hun synagoge een man met een onreine geest, en die schreeuwde:
And there was in their synagogue a man with an unclean spirit; and he cried out,
Ga weg! Wat hebben wij met U te maken, Jezus de Nazarener? Bent U gekomen om ons te gronde te richten? Ik weet Wie U bent, namelijk de Heilige van God.
Saying, Let us alone; what have we to do with thee, thou Jesus of Nazareth? art thou come to destroy us? I know thee who thou art, the Holy One of God.
En Jezus bestrafte hem en zei: Zwijg! Ga uit hem weg!
And Jesus rebuked him, saying, Hold thy peace, and come out of him.
And when the unclean spirit had torn him, and cried with a loud voice, he came out of him.
And as soon as he had spoken, immediately the leprosy departed from him, and he was cleansed.
And he straitly charged him, and forthwith sent him away;
And saith unto him, See thou say nothing to any man: but go thy way, shew thyself to the priest, and offer for thy cleansing those things which Moses commanded, for a testimony unto them.
But he went out, and began to publish it much, and to blaze abroad the matter, insomuch that Jesus could no more openly enter into the city,
but was without in desert places: and they came to him from every quarter.
At ille egressus cœpit prædicare, et diffamare sermonem, ita ut jam non posset manifeste introire in civitatem, sed foris in desertis locis esset, et conveniebant ad eum undique.